Obstakels op voetpaden
Molster Stedenbouw heeft in samenwerking met CROW de problematiek rond obstakels op voetpaden verkend. In deze publicatie wordt dit vanuit verschillende hoeken aangevlogen. Hoe groot is het probleem eigenlijk? Welke obstakels zijn de grootste boosdoener? Wie heeft er voornamelijk last van en wat zijn de gevolgen? En vooral: wat kunnen gemeenten doen om de ruimte voor voetgangers voldoende vrij te maken en te houden van objecten, zodat de aanwezigheid van (noodzakelijke) objecten niet ten koste gaat van de veiligheid, de toegankelijkheid, het comfort en de aantrekkelijkheid van looproutes.
Beheer, handhaving & participatie
In deze verkenning geven we uitgebreid antwoord op deze vragen en besteden we aandacht aan alle fasen en processen die bepalen of er voldoende ruimte is voor voetgangers. Dat begint bij het ontwerp op straatniveau en de richtlijnen die hierbij gehanteerd worden. Vervolgens gaat het over vergunningverlening en daarna om beheer en handhaving. In alle fasen zijn verschillende actoren betrokken, waaronder uiteraard gemeenten, maar ook ondernemers, bewoners, nutsbedrijven, ov-bedrijven en vastgoedeigenaren. Dat betekent dat in alle fasen participatie en communicatie een rol spelen.
Obstakels op de stoep
Voetpaden (ook wel trottoirs of stoepen genoemd) worden niet alleen gebruikt om op te kunnen lopen, maar ook voor allerlei andere zaken die ergens een plek moeten krijgen in de openbare ruimte. Denk aan vaste objecten zoals lantaarnpalen, verkeersborden en bankjes, maar ook aan losse objecten zoals geparkeerde fietsen, terrasstoelen en containers. Het lijkt erop dat er steeds meer objecten bij komen, terwijl ze zelden verdwijnen. Dit gaat ten koste van de ruimte op voetpaden die bedoeld is voor voetgangers om te kunnen lopen. Zeker op plekken waar de ruimte toch al beperkt is, geeft dit problemen. Te krappe of te volle voetpaden kunnen leiden tot ongevallen en kunnen ervoor zorgen dat looproutes voor bepaalde groepen mensen volledig onbruikbaar worden. Daarnaast kunnen obstakels irritatie opwekken en het loopplezier verminderen. En als er minder gelopen wordt kan er minder geprofiteerd worden van de positieve effecten van lopen.