Inclusieve deelmobiliteit
Dit onderzoeksrapport van IenW is gericht op het onderzoeken van de inclusiviteit van het huidige aanbod van deelmobiliteit en het onderzoeken van mogelijkheden om de inclusiviteit te stimuleren. Er is gesproken met een diverse groep aan experts van overheden, aanbieders en vertegenwoordigers van doelgroepen. In een gebruikersonderzoek zijn de ervaringen van mensen waarvoor beperkingen in het gebruik van deelmobiliteit gelden, verder onderzocht
De focus van dit onderzoek ligt bij het ophalen van kwalitatieve inzichten, gericht op het ontdekken van welke factoren allemaal een rol spelen bij het inclusiever maken van deelmobiliteit. Binnen dit onderzoek zijn alle mogelijke doelgroepen verkend die een beperking kunnen ervaren in het gebruik van (deel)mobiliteit. Daarbij zijn vooral openbaar toegankelijke commerciële deeldiensten en peer-to-peer deeldiensten meegenomen. Het besproken deelaanbod omvatte deelauto’s en deeltweewielers, zoals (bak-)fietsen en scooters.
Een aantal inzichten uit het rapport onder elkaar:
- Belemmeringen in gebruik kunnen opstapelen
- De waarde van deelmobiliteit is autonoom kunnen reizen
- Overheden experimenteren met het stimuleren van inclusiviteit, behoefte aan meer regie en kennisdeling
- Aanbieders willen meewerken, maar missen specifieke kennis en opdracht
- Focus op doelgroepen met een verhoogde behoefte aan informatie, zekerheid en betrouwbaarheid
- Breidt bestaande experimenten voor financiële ondersteuning uit
- Zorg voor borging van inclusiviteit in het landelijke samenwerkingsprogramma
- Start met vervolgonderzoek en verdere inventarisatie behoeftes doelgroepen
Achtergrond
In Nederland zijn grote groepen mensen die een beperking in het gebruik van deelmobiliteit kunnen ervaren. Bijvoorbeeld door een laag inkomen. Verminderde taalvaardigheden, bijvoorbeeld door dyslexie. Of verminderde digitale vaardigheden. Ook zijn er grote groepen mensen met een algemene beperking in mobiliteit. Bijvoorbeeld vanwege fysieke kenmerken, zoals een beperking in bewegen of een audiovisuele beperking.
Ter indicatie, ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders van 16 jaar of ouder hebben moeite met schrijven of rekenen. 3 miljoen Nederlanders hebben geen of lage digitale vaardigheden. Ook zijn er 900.000 mensen met een laag inkomen in Nederland. Onder deze groepen bestaat veel overlap. Zo hebben laaggeletterde mensen bijvoorbeeld een grotere kans op een laag inkomen. Er is dus vaak sprake van een combinatie van beperkingen.