Nieuwsbericht

'Neem lichtontwerp mee aan de voorkant van een ontwerpproces'

Profielfoto van Kennisplatform CROW
14 oktober 2024 | 4 minuten lezen

Dat openbare verlichting functioneel is, weet zelfs een kind. Een lantaarnpaal draagt eraan bij dat we ons veilig van A naar B verplaatsen. Maar dat beeld dekt al lang niet meer de lading, weet lichtontwerper Filip van der Heijden. Licht kan ook voor toegankelijkheid en beleving zorgen en ons intuïtief sturen. Samen met Philip Ross en vele anderen schreef hij het Handboek Omgevingsgericht Lichtontwerp, dat eind september verscheen. Het is verplicht leesvoer voor iedereen die bezig is met de openbare ruimte. Maar waarom? Dat legt hij graag zelf uit.

Van der Heijden is mede-eigenaar van het bureau Lichtvormgevers en sinds 2016 voorzitter van de netwerkgroep Licht + Omgeving, een onderdeel van branchevereniging OVLNL. Ook de andere medeschrijvers zijn ervaren professionals die vanuit verschillende disciplines graag hun opgedane kennis en ervaring delen met een breder publiek, vertelt Van der Heijden.

‘Met dit handboek willen we ook jongeren interesseren voor ons vakgebied. Er is veel werk te verzetten en we hebben de nieuwe generatie heel hard nodig.’ De missie is om Nederland mooier te maken, vertelt hij. ‘En dat gaat een stuk beter als het Omgevingsgericht Lichtontwerp een vast onderdeel wordt van stedelijke planontwikkeling.’

Omgevingsgericht Lichtontwerp is een methodiek die verder kijkt dan alleen technische eisen en functionele verlichting, vertelt Van der Heijden.

‘Het gaat om het creëren van prettige, goed functionerende omgevingen die de leefbaarheid bevorderen. Dus met oog voor mens en natuur. Daarbij gaat het heel nadrukkelijk over de behoeften van alle doelgroepen die van een omgeving gebruik maken. Welke keuzes worden er door de gemeente gemaakt en welke uitgangspunten definieer je voor het te ontwikkelen lichtbeeld? Hoe werk je in het lichtontwerp stap voor stap toe naar een zo optimaal mogelijk eindresultaat?’

Hij vervolgt: ‘Philip Ross hielp bij het schrijven van het boek en het structureren van de input van andere medeschrijvers. Met dit handboek bieden we een gestructureerde aanpak van lichtontwerp. Eigenlijk zeggen we: neem het lichtontwerp mee aan de voorkant van een ontwerpproces, dus vanaf de start van een project. En dus niet pas als alles al bedacht of zelfs gerealiseerd is. Het boek is bedoeld als leidraad voor beleidsmakers, projectleiders, stedenbouwkundigen, ruimtelijke ontwerpers en lichtontwerpers. Wij verwachten dat het lichtontwerp een waardige plek krijgt in toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.’

Wat kun je bereiken met licht en welke groepen help je daarmee?
‘Licht heeft niet alleen directe invloed op de veiligheid. Maar denk bijvoorbeeld ook aan het creëren van ontmoetingsplekken, aan lichtaccenten op bijzondere objecten of ter oriëntatie. Daarnaast kan verlichting de zichtbaarheid verbeteren, ook voor mensen met een visuele beperking. Samengevat kan je zeggen: goed licht zorgt ervoor dat mensen beter hun weg vinden en zich comfortabeler voelen in openbare ruimtes. Omgevingsgericht Lichtontwerp gaat dus over functioneren en ervaren en besteedt ook aandacht aan kwetsbare groepen, zoals ouderen en mensen met beperkingen.’

Daarbij gaat het ook over plekken waar het juist donker moet blijven, weet Van der Heijden.

‘Denk aan flora en fauna in stedelijke gebieden, waar juist meer rust nodig is. En minder verlichte vierkante meters betekent ook minder energieverbruik. Dus ook dat kan een afweging zijn. Voorheen werden overal dezelfde armaturen toegepast waarbij vooral zo veel mogelijk vierkante meters werden belicht. In het handboek zeggen we: kies gericht wat je verlicht, maak gebruik van de vele beschikbare oplossingen en stimuleer innovatie.’

Hij vervolgt: ‘In het boek beschrijven we het belang van de hele keten. Beleidsmakers moeten het waarom van een lichtontwerp begrijp, terwijl beheerders kennis nodig hebben van die nieuwe technologie om licht dynamisch te beheren. Want tegenwoordig is elke afzonderlijke armatuur op afstand te besturen. Van sterkte tot richting en kleurtemperatuur. We hebben dus dringend behoefte aan beheerders die de verlichting kunnen inregelen en aanpassen. Dat vraagt dus ook om een stuk investering in opleiding, bijvoorbeeld.’

Hij geeft het stationsgebied van Almere als voorbeeld.

‘Het gebied is opnieuw ingericht en Lichtvormgevers was vanaf het begin van het planproces betrokken. Daardoor konden we het licht integreren in het ruimtelijk ontwerp en het afstemmen op de behoefte van mens en natuur. Dat gebeurt via dynamische verlichting die zich aanpast aan de behoefte van het moment. Het licht stuurt bezoekers in de juiste richting, maar accentueert bijvoorbeeld ook de zitplekken. Het is functioneel en zorgt tegelijkertijd voor een optimale ervaring van de omgeving. Zo’n ontwerp komt tot stand door goed samenspel tussen projectleider, ontwerpers, beheerder, aannemer en fabrikant.’

In het handboek komen ook de uitgangspunten van het CROW afwegingskader voorbij, vertelt Van der Heijden.

‘We schrijven over obstakelvrije paden, verblinding en routegeleiding, maar ook over het respecteren van de NPR-richtlijnen in het algemeen. Het handboek Omgevingsgericht Lichtontwerp helpt bovendien bij het afwegen van andere factoren, zoals circulariteit, lichtvervuiling, veiligheid en esthetiek. En het helpt bij het maken van de juiste keuzes voor de verschillende gebruikers van een gebied.’

Hij geeft als voorbeeld: ‘Nederland is bijna 50 procent van de tijd donker. Als we niet goed nadenken over het kunstlicht, blijven bijvoorbeeld ouderen vaker binnen, wat hun gezondheid negatief beïnvloedt. Daarom is het belangrijk om al bij aanvang van een project bezig te gaan met een Omgevingsgericht Lichtontwerp, want dan kan je de fysieke inrichting en de waarneming van de openbare ruimte daar ook op aanpassen.’

Ook na dit handboek blijft er veel behoefte aan kennisdeling en onderzoek op het gebied van Omgevingsgericht Lichtontwerp, merkt Van der Heijden.

‘Bij grotere projecten zoals de ArenAPoort in Amsterdam en het stationsgebied in Almere zien we dat er veel ruimte is voor innovatie en optimalisatie van de lichtontwerpen. Gemeenten en andere partijen willen graag weten hoe effectief deze methoden zijn. We pleiten ervoor om samen met kennisinstituten en organisaties zoals CROW, Koninklijke Visio en Goudappel samen te werken. Door de onderzoeksresultaten kunnen we onze ideeën over lichtontwerp blijven verbeteren, methodes verfijnen en deze in een volgende uitgave van het boek meenemen.’

Meer weten over dit onderwerp? Filip is ook spreker tijdens het webinar over verlichting en toegankelijkheid op 22 oktober