Nieuwsbericht

Utrecht verruimt aanbod gehandicaptenparkeerplaatsen

Profielfoto van Kennisplatform CROW
8 augustus 2024 | 2 minuten lezen

De gemeente Utrecht gaat het aanbod van gehandicaptenparkeerplaatsen vergroten. Zo moeten er bij zo veel mogelijk publieke voorzieningen minstens twee van zulke parkeerplaatsen komen. Een nieuwe aanpak is nodig omdat er steeds meer autoluwe gebieden in de stad komen en er minder parkeerplaatsen beschikbaar zijn.

Leefbaar

Druk bezochte steden zoals Utrecht richten zich steeds meer op duurzame vervoersmiddelen als alternatief voor de auto. Om de stad leefbaar te houden, maar ook om de schaarse ruimte voor andere zaken dan parkeren te gebruiken. Denk hierbij aan wandel- en fietspaden, groen en woningbouw. ,,Hierbij moeten we voorkomen dat het voor mensen met een mobiliteitsbeperking moeilijker wordt om hun bestemming te bereiken en gebruik te maken van de voorzieningen in onze stad. Daarom zijn de regels aangepast”, aldus wethouder Lot van Hooijdonk (Mobiliteit).

Huidige nota

De huidige Nota gehandicaptenparkeerbeleid stamt uit 1999 en daarin staat alleen dat het aandeel gehandicaptenparkeerplaatsen in een betaald parkeergebied minimaal 2 procent moet zijn, en dat automobilisten maximaal drie uur gebruik mogen maken van zo’n plek. De overige gehandicaptenparkeerplaatsen in de stad werden vooral op verzoek van bewoners aangelegd.
“De ontwikkelingen in de stad, zoals het creëren van autoluwe gebieden en opheffen van parkeerplaatsen, vragen om een meer proactieve aanpak en daarvoor is het nodig om de richtlijn aan te scherpen”, schrijft het college. Ook blijkt, met name in de binnenstad, dat de tijdslimiet van drie uur te beperkt is voor (gecombineerd) winkelen en restaurantbezoek of film-/theaterbezoek.

Nieuwe richtlijnen

In de nieuwe richtlijnen staat dat er bij iedere publiek toegankelijke voorziening zonder eigen parkeerterrein, zoals een buurtcentrum, theater of museum, minimaal twee gehandicaptenparkeerplaatsen moeten zijn. Er staat ook in dat het aantal gehandicaptenparkeerplaatsen afgestemd moet zijn op de bezoekersaantallen van de voorziening. Het kan dus voorkomen dat er meer dan het minimale aantal van twee nodig zijn op sommige plekken. Bovendien reserveert de stad twee tot vijf procent van het totale aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte voor algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. Dit gaat gelden naast de bestaande mogelijkheid voor gehandicaptenkaarthouders om op alle gewone parkeerplaatsen gratis te parkeren. Ook wordt de parkeerduur van drie uur geschrapt, tenzij het ‘past bij de omliggende voorzieningen’.
Verder zijn de voorwaarden om een individuele gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken) te krijgen aangepast. Straks komen mensen bijvoorbeeld in aanmerking als ze honderd meter kunnen lopen, terwijl dat nu vijftig is.

Maatwerk

"Door verruiming van die criteria komen er nu meer mensen in aanmerking voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats”, zegt wethouder Mobiliteit Lot van Hooijdonk. De aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken blijft uiteraard maatwerk. De gemeente houdt hierbij rekening met de aard van de beperking en de behoeften van de aanvrager.
In de binnenstad zijn de nieuwe richtlijnen al toegepast. “We werken deze aanpak voor het verbeteren van het aanbod algemene gehandicaptenparkeerplaatsen in de binnenstad verder uit en gaan daarna aan de slag met de rest van de stad.”

De oorspronkelijke versie van dit artikel is te lezen op mobiliteit.nl