Terugblik bijeenkomst Beheer de toegankelijkheid van de openbare ruimte
Van Groningen en Súdwest Fryslân, tot Rotterdam en Gouda. Uit het hele land kwamen diverse deelnemers op 5 maart naar de Essit-bijeenkomst in Almere om toegankelijkheid vanuit de bril van beheer te bespreken.
Een inhoudelijke aftrap wordt gedaan door Peter Deenen, gastheer vanuit de gemeente Almere. Peter Deenen: “We zijn het meeste bezig in onze gemeente, voor mensen die we niet kennen.” De mensen voor wie je werkt zijn heel divers. Het is daarom ook goed om na te denken over wie dat allemaal zijn. Door ook na te denken wie je zelf in je omgeving hebt, die bijvoorbeeld een beperking hebben, krijgt het werk een andere betekenis. Hoe zou die persoon hier op het gemeentehuis komen? Gaat dat makkelijk? Kan deze hier naar het toilet?
Almere werkt hieraan via een inclusie-agenda. Deze is gemaakt in samenwerking met ervaringsdeskundigen. In 2018 kreeg deze vorm. In de jaren daarna is deze telkens vernieuwd. Want “Almere is voor iedereen”, zo staat ook op het stadhuis.
Edwin de Vos & Esther Hagelaar – Stichting Disability Studies in Nederland & Almere
Tien procent van de mensen met een beperking komt nauwelijks buiten, omdat de openbare ruimte niet toegankelijk is, zo start Edwin de Vos. Ook in Almere is er nog genoeg te verbeteren. Maar waarom is de openbare ruimte niet toegankelijk? Hier wordt onderzoek naar gedaan aan de universiteit van Leeds. Hierbij wordt gekeken naar de fysieke kenmerken van de straten, hoe effectief de wetten zijn die dit regelen, en hoe gebruikers van de publieke ruimtes deze zelf ervaren.
Daarbij gaat het verder dan mensen met een beperking, ook wordt gekeken naar de doelgroep van kinderen en ouderen.
Hoewel het project nog tot 2025 loopt, zeggen de eerste conclusies dat mensen klagen over obstakels op het voetpad. Ook werkzaamheden of uitgebreide terrassen worden als hinder ervaren.
De grond in Almere geeft ook problemen, zowel van verzakking, als wel dat boomwortels juist voor opdruk zorgen. Dit zorgt voor bijvoorbeeld een ongelijke stoep, wat voor minder validen niet prettig is.
De Vos laat middels een video zien wat in Almere voorkomt, dat voor minder validen als een obstakel of hinderlijk wordt ervaren. Of kruisingen en oversteekplekken die niet ideaal ingericht zijn voor mensen met een lichamelijke of visuele beperking.
Esther Hagelaar, zelf ervaringsdeskundige en raadslid in Almere, vertelt ook over haar eigen ervaring. “Je komt op heel veel vlakken uitdagingen tegen. Meer dan je je kan voorstellen. Als je bijvoorbeeld in hondenpoep stapt, loop je gewoon door, want het zit onder je schoen. Als ik door hondenpoep rijd in mijn rolstoel, kan ik je daarna geen hand meer geven”, zo geeft ze een voorbeeld.
In haar ervaring is ze ook vaak afhankelijk van anderen om haar te helpen, terwijl ze het liefst juist zelfstandig is. Om de gemeente te helpen met beleid dat dit mogelijk maakt, zit ze in de raad.
Daarbij pleit ze om de basis op orde te krijgen; en dat begint bij de inrichting van de openbare ruimte. Maar helaas wordt daar aan de voorkant te weinig rekening gehouden met toegankelijkheid. Vaak wordt een ontwerp pas voor toegankelijkheid voorgelegd, als deze af is. Het ontwerp daarna aanpassen, is daarna vaak moeilijker. Het is dus belangrijk om hier aan de voorkant rekening mee te houden en aandacht te geven; en niet per se voor de goedkoopste oplossing te kiezen.
Het is daarbij ook belangrijk dat het verhaal vastgelegd is; en meegenomen wordt in het proces. Zowel de ambtenarij als de raad en het bestuur veranderen met enige regelmaat. Belangenbehartigers moeten vaak het verhaal opnieuw vertellen, omdat er nieuwe mensen op een bepaalde post zitten.
Veel gemeenten zouden er ook gebaat bij zijn om de klachtenregistratie goed in te richten. Op dit moment is het vaak niet succesvol en ineffectief. “Het is ook moeilijk goed te krijgen. Vanuit een rolstoel zijn stoepjes juist verschrikkelijk. Maar iemand met een visuele beperking vindt een stoep juist fijn omdat hij/zij deze kan gebruiken als richtpunt met een stok. Luisteren naar de diverse doelgroepen helpt dus om de basis op orde krijgen.”
Sjoerd Wezenberg & Iris van de Weerdt – Almere
Almere kent de kruising Spoordreef – Bottelaarspassage. Een kruising die (voorheen) niet ingericht was op toegankelijkheid. Wezenberg en Van de Weerdt gingen met dit kruispunt aan de slag. Dit was wel een project van veel dilemma’s. Contrasterende wegvakken zijn bijvoorbeeld fijn voor slechtzienden, maar niet voor mensen die snel overprikkeld raken. Het idee iedereen tevreden te kunnen stellen, werd dus verworpen.
Wel werd gekeken waar wél ingegrepen kon worden. Zo stonden er diverse obstakels zoals grote bloembakken of reclameborden die het voor blinden of mensen met een kinderwagen moeilijk maakten.
Om meer in beeld te krijgen, werden ervaringsdeskundigen betrokken. Ze gingen samen schouwen hoe het er nu bij lag, en waar problemen worden ervaren. Hier kwamen diverse inzichten uit die in een nieuw ontwerp meegenomen konden worden.
Met de groep gingen we daarna naar buiten, naar het kruispunt in kwestie, om te zien welke aanpassingen gedaan zijn.
Dennis van Sluijs – Goudappel
De gemeente Harderwijk had de vraag bij Goudappel neergelegd om toegankelijker te worden. Zij zijn hiermee aan de slag gegaan en daar is een handboek voor de toegankelijkheid uitgekomen met de titel: “Harderwijk toegankelijk voor iedereen”.
Voor het handboek is met ervaringsdeskundigen gesproken binnen de gemeente. Dit geeft hele nieuwe inzichten. Daarom dat Van Sluijs als eerste les meegeeft: ga op stap met ervaringsdeskundigen.
In het handboek zijn doelgroepen opgenomen: mensen met een fysiek hulpmiddel, mensen met een zintuigelijk lichamelijke beperking, een verstandelijke beperking, maar ook kinderen en ouderen. Hieruit is de les ontstaan dat je rekening moet houden met elke doelgroep en je dus niet moet focussen op slechts één.
Vervolgens is gekeken naar de toegankelijkheidsniveaus. Ze hebben drie niveaus: basis, plus en groen.
De basis bestaat uit alle voetpaden en fietspaden in de gemeente. Het plus-netwerk is het netwerk tussen de belangrijke plaatsen in de stad. Zoals een verbinding tussen een verzorgingstehuis en het centrum gebied, of een apotheek. Om deze reden worden op een kaart ‘plus-lijnen’ getrokken tussen deze belangrijke plaatsen. Dit zijn lijnen die je beter toegankelijk wil maken. Zo creëer je een netwerk van toegankelijke wegen.
Het groen-netwerk gaat over plekken in het groen. Niet elk pad hoeft perfect toegankelijk te zijn. Maar in een park moet wel minimaal 1 pad zijn dat wél toegankelijk is voor iedereen (oftewel: op het plus niveau). Je moet dus een alternatief bieden aan de mensen die een bepaald pad niet kunnen gebruiken.
Bij herinrichting of een project in de openbare ruimte, wordt de kaart met de toegankelijkheidsniveaus erbij gehaald. Als ergens een plus-lijn ligt, moet daar rekening mee gehouden worden. Hoe je hier rekening mee houdt, is terug te vinden bij de inrichtingskenmerken. Deze kenmerken zijn onder meer vastgesteld via CROW richtlijnen. Deze inrichtingskenmerken zijn opgesplitst in kenmerken voor de basis, en voor de plus. Zo is een inrichtingskenmerk voor een stoep verschillend, waarbij die in de plus-variant breder is zodat twee rolstoelen elkaar kunnen passeren.
Daarnaast zijn er bijvoorbeeld ook inrichtingskenmerken voor rustpunten, bushaltes, speelplekken, straatmeubilair of oversteekplaatsen.
Maar hoe wordt het handboek gebruikt? In principe als puzzelstukje voor het beheerplan van de openbare ruimte. Als in de gemeente bijvoorbeeld het riool vervangen wordt, dan gaan ze ook met deze eisen aan de slag. Deze zijn ook terug te zien in het beheersysteem van de gemeente.
Om dit te laten landen, moet je wel ervoor zorgen dat iemand in de gemeente er verantwoordelijk voor is. Binnen gemeenten kan bij verschillende afdelingen belegd worden, maar zorg ervoor dat dat wel vastgesteld is.
Wilma Slinger – CROW
Binnen CROW wordt er ook gewerkt aan kennis over toegankelijkheid in de openbare ruimte. Zo is er een kennisnetwerk toegankelijkheid. Hier wordt zowel kennis en nieuws van derden als CROW geplaatst.
Het netwerk is opgebouwd volgens het iAMPro model voor assetmanagement. Per processtap in het model komen diverse kennisproducten terug.
Binnen CROW is er ook een richtlijn voor toegankelijkheid. Deze wordt binnenkort herzien. Bij deze herziening doen ook ervaringsdeskundigen mee. Bovendien wordt de definitie uitgebreid. Het gaat niet langer om mensen met een fysieke, maar ook met een mentale beperking. Eind dit jaar zouden de teksten klaar moeten zijn.
Aan de slag
Geen CROW Essit bijeenkomst is compleet zonder dat we ook met de aanwezig kennis aan de slag gaan. Daarbij lag de focus vooral om na te denken over hoe je toegankelijkheid in je eigen organisatie kan inbedden. De deelnemers gingen met elkaar in gesprek over welke verschillende functies (op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau) aangehaakt moeten zijn, en wat dan van hen verwacht wordt.
Belangrijkste conclusie: er zijn veel meer rollen dan je denkt, die aangehaakt kunnen/moeten worden. Je doet er dus goed aan om dit inzichtelijk maken binnen je eigen organisatie.
Een onderwerp waar nog lang over nagepraat kan worden. En dat deden we dus ook tijdens de borrel.
Wil je meer weten over toegankelijkheid? Kijk dan ook op www.kennisnetwerktoegankelijkheid.nl of bekijk de diverse hulpdocumenten van de gemeente Almere.