Europese vergelijking richtlijnen hellingspercentage fietsinfra
De European Cyclists’ Federation (ECF) heeft een vergelijking gemaakt tussen de normen die twaalf Europese landen hanteren voor hellingen in hun fietsinfrastructuur. Op basis hiervan komt de organisatie met aanbevelingen voor de maximale hellingspercentages en het ontwerp van de infrastructuur. Hellingen zijn belangrijk als het gaat om toegankelijkheid. Het moeten beklimmen van steile hellingen op hun route kan fietsers ontmoedigen of hen het fietsen zelfs onmogelijk maken. Tegelijk kunnen steile afdalingen door de hogere snelheden en de langere remafstand verkeersonveilig zijn.
ECF bracht in kaart wat de richtlijnen zijn voor hellingspercentages van fietsinfra in twaalf Europese landen, waaronder Nederland. De belangenorganisatie wil hiermee een bijdrage leveren aan het overleg binnen de Europese economische commissie van de Verenigde Naties over de kwaliteitseisen voor fietsinfrastructuur. De Fietsersbond adviseerde eerder al om hellingen zo flauw mogelijk te maken.
Hellingspercentages
Frankrijk, Ierland en Polen hanteren een maximum hellingspercentage dat onafhankelijk is van het te overbruggen hoogteverschil. In Frankrijk is dit 6 procent, in Ierland is de aanbeveling 3 procent en het maximum 5 procent en in Polen is de aanbeveling 2 procent, het maximum 6 procent en staat men uitzonderingen van 12 procent toe.
Andere landen nemen het te overbruggen hoogteverschil wel mee in hun richtlijnen. Een korte steile helling is dan toegestaan als er aan de voet een langere vlakke sectie is waar je snelheid kunt maken als je bergop gaat en snelheid kunt minderen als je bergaf gaat. Bij langere hellingen geldt een lager hellingspercentage om de inspanning bergop en de snelheid bergaf te beperken.
In Nederland en Vlaanderen rekent men met een maat voor de moeilijkheidsgraad van de helling: de te overbruggen hoogte in het kwadraat gedeeld door de lengte van de helling. Aanbevolen is een moeilijkheidsgraad van 0,075 met een maximum van 0,2.
Aanbevelingen
Op basis van de analyse van deze richtlijnen heeft de ECF een aantal aanbevelingen geformuleerd. Op een gewone fietsroute is bijvoorbeeld op een hoogteverschil van 2 meter een hellingspercentage van 10 procent acceptabel, op een hoofdfietsroute met een hoogteverschil van 5 meter is dat 5 procent en op een fietssnelweg met een hoogteverschil van 100 meter 2 procent. De onderstaande figuur geeft het volledige overzicht van de aanbevolen hellingspercentages voor verschillende type fietsroutes afhankelijk van het hoogteverschil.
Verder geeft de ECF nog een aantal aanbevelingen voor het ontwerp. Op hellingen die steiler zijn dan 3 procent zou de breedte van het fietspad groter moeten zijn, een ontwerpsnelheid van 40 km/h gehanteerd moeten worden bij bochten en zichtafstanden, en de ontruimingstijd bij verkeerslichten voor klimmende fietsers moeten worden vergroot.
De ECF voerde de analyse uit op basis van richtlijnen uit België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Slowakije, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.