Hoe digitalisering vervoersarmoede kan vergroten
Bepaalde doelgroepen ervaren digitalisering als een drempel. Met EU-financiering werd in de periode 2020 tot en met 2022 in drie Europese projecten onderzoek gedaan hoe de digitale kloof voor kwetsbare doelgroepen verkleind kan worden. Nick van Apeldoorn (BUas) en Kristina Andersen (TU/e) vertellen over hun studies. “Betrek je doelgroep vanaf het begin.”
In het Dignity-project onderzochten drie kennisinstellingen, vier overheden en zeven marktpartijen vanuit zes landen de digitale kloof in vier Europese regio’s. Het behelsde literatuuronderzoek, 3500 surveys, veertig diepte-interviews en diverse workshops. Op basis daarvan zijn methodes uitgedacht en getest om digitalisering van mobiliteit toegankelijker te maken zoals apps, websites, check-in-systemen en deelfietsplatformen.
Van Apeldoorn was namens de Breda University of Applied Sciences (BUas) één van de onderzoekers en begeleidde het customer journey-traject: “Uit kwantitatief en kwalitatief onderzoek kwamen verhalen van mensen die, doormiddel van wilskracht, zelfredzaam zijn en zelfstandig kunnen reizen. Maar er is helaas ook een groep die door de digitalisering van mobiliteit niet meer in staat is langere afstanden zelfstandig te reizen.”
Zowel financiën, taalbarrières, fysieke beperkingen, gender en ouderdom kunnen een rol spelen in digitale exclusie. “Vooral ouderen zonder kinderen om op terug te vallen lopen het risico om niet meer mee te komen. Deze groep ervaart toenemende exclusie.”
Daarbij treedt er ook een stapelend effect op. “Door digitalisering wordt informatie steeds tekstueler. Als ouderen een taalachterstand hebben, slecht ter been zijn of verslechterd zicht hebben, stapelen exclusierisico’s zich op. Met inclusief mobiliteitsbeleid dat ééndimensionaal is gericht op bijvoorbeeld rolstoeltoegankelijkheid, loop je het risico dat veel mensen nog steeds niet kunnen meekomen.”
Lees het volledige artikel op biind.nl