"De juiste verlichting van de openbare ruimte verdient veel meer aandacht"
Veel openbare ruimtes zijn vooral ontworpen voor overdag betoogt Eindhovense lichtontwerper Ellen de Vries in een door haar geïnitieerd manifest. ‘Het avondbeeld’ van onze steden is vaak een bestuurlijke blinde vlek. Er wordt nauwelijks in geïnvesteerd. En de spaarzame keren dat het wel gebeurt, handelt men voornamelijk uit technische of economische motieven. De Volkskrant volgde haar tijdens een avondwandeling door haar stad:
Als het gaat om straatverlichting, doet Lampegat zijn naam eer aan. Het centrum van Eindhoven, zoals de stad buiten carnaval heet, lijkt rijker verlicht dan dat van elke andere Nederlandse plaats. Daar zit verlichting bij die subtiel, aantrekkelijk en, in het geval van lichtkunstfestival Glow, ronduit betoverend is. Er zit er ook bij zoals die op het pleintje voor het stadhuis. Hoe zullen we díé verlichting eens typeren? Schetterend? Heftig? Fel? Allemaal toepasselijk. Het is alsof er een politiehelikopter met brandende schijnwerper boven het pleintje hangt.
De Eindhovense lichtontwerper Ellen de Vries – ze gidst ons vanavond door haar woonstad – ziet het meewarig aan. De felle verlichting is een noodgreep, weet ze. Er hing hier een grimmige sfeer, en door sterkere lampen op te hangen wilde de gemeente het gevoel van veiligheid vergroten. Dat heeft gewerkt. De nieuwe verlichting maakt het plein zo ongezellig dat niemand er meer wil zijn. Patiënt overleden, operatie geslaagd. Daarmee is het een treffende illustratie van hoe er volgens De Vries vaak wordt omgegaan met de openbare ruimte in de nacht.